Nachtblindheid

Op deze pagina vind je alles over wat nou precies jouw klacht inhoudt en welke aanvullende en alternatieve behandelmethodes met jouw klacht werken. Want als jij begrijpt hoe dit in elkaar zit, kan je makkelijker tot een oplossing komen.

 Nachtblindheid is het slecht of helemaal niet kunnen zien wanneer er weinig licht is. Dat kan 's avonds of 's nachts zijn, maar ook binnen bij zwakke verlichting. Zeer vervelend is dat iemand met nachtblindheid bij de overgang van licht naar donker altijd enige tijd nodig heeft om te kunnen kijken. Het kan tot ongeveer een uur duren voordat zien in het donker optimaal is.

 In het netvlies liggen twee soorten lichtgevoelige cellen: kegeltjes en staafjes. De kegeltjes gebruik je als het licht is. Ze zorgen ervoor dat je scherp ziet en kleuren kunt onderscheiden. In het donker doen de kegeltjes vrijwel niets en gebruik je de staafjes. Met de staafjes kan je geen kleuren onderscheiden. Daarom zie je in het donker alles grijs. De staafjes vangen zo veel mogelijk licht om zo veel mogelijk te kunnen zien. Het ontstaat als de staafjes in het netvlies niet goed werken. 

Bij nachtblindheid zijn altijd beide ogen in dezelfde mate aangetast. Als er slechts één oog is aangedaan, dan is er sprake van een oogziekte, bijvoorbeeld netvliesloslating.

Nachtblindheid is soms moeilijk vast te leggen, want heel veel mensen zien niet goed in het donker dit is heel normaal.

Tegenwoordig is er overal kunstlicht. Ook overdag, zoals lampen op kantoren en scholen, en computerschermen. Dit licht maakt je ogen moe en overgevoelig. Daarnaast is er altijd en overal licht, terwijl duisternis op z’n tijd goed is. Een donkere omgeving houdt onze ogen actief. Het activeert de staafjes, waardoor nachtblindheid minder kans krijgt.