Op deze pagina vind je alles over wat nou precies jouw klacht inhoudt en welke aanvullende en alternatieve behandelmethodes met jouw klacht werken. Want als jij begrijpt hoe dit in elkaar zit, kan je makkelijker tot een oplossing komen.
Bewegingsangst treedt soms op na een ernstige blessure. Mensen met bewegingsangst zijn bang dat opnieuw het hersteltraject moeten doorlopen als ze hun spieren of gewrichten snel weer overbelasten. Dit kan vooral voor sporters een enorme blokkade zijn van de revalidatie.
Wat je soms bij sporters ziet is dat wanneer ze een ernstige blessure hebben gehad, zoals een breuk of een kruisbandblessure, het terugkeren naar het sportveld nogal wat angst kan opleveren. Angst voor het oplopen van eenzelfde of een andere blessure.
Grote blessures hebben soms erg veel gevolgen, ook op de privésituatie.
Bijvoorbeeld omdat ze door de blessure een tijd niet hebben kunnen werken. De angst om weer een blessure op te lopen is dan heel erg aanwezig.
Mensen met hartklachten ontwikkelen ook soms bewegingsangst. Ze zitten veel en vermijden inspanning, uit angst dat hun hart opnieuw klachten gaat geven. Deze angst wordt nog weinig herkend.
Op deze pagina vind je alles over wat nou precies jouw klacht inhoudt en welke aanvullende en alternatieve behandelmethodes met jouw klacht werken. Want als jij begrijpt hoe dit in elkaar zit, kan je makkelijker tot een oplossing komen.
Kinderen maken een snelle motorische ontwikkeling door. Sommige kinderen kunnen angst om te bewegen en angst voor sommige bewegingsvormen ontwikkelen.
Een kind met bewegingsangst heeft vaak een gespannen of krampachtige lichaamshouding. Bewegingen worden krampachtig of houterig uitgevoerd. Deze kinderen vinden het vaak prettig als iemand ze ondersteunt bij het bewegen door bijvoorbeeld een hand geven of vasthouden. Daarnaast kunnen deze kinderen opvallen wanneer ze vrij mogen spelen bij de gym. Ze blijven afwachtend en zullen niet snel zelfstandig actie ondernemen.
Kinderen zijn ertoe geneigd om activiteiten die angst oproepen te vermijden. Hierdoor doen zij minder bewegingservaring op dan de kinderen die deze activiteiten wel ondernemen. Dit kan leiden tot een motorische achterstand. Het vermijdingsgedrag is meestal sterker bij bewegingsactiviteiten met een groot sociaal karakter, zoals sport- en spelsituaties. Hierbij spelen het zichtbaar falen en de beoordeling van leeftijdsgenootjes een prominente rol.
Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.