21 jaar en ik voelde dat ik tegen de trap omhoog lag. Ik kon niet meer naar boven of beneden. Op, leeg, uitgeput, er zat geen werkende en opgeladen accu meer in mijn lichaam. Ik kon niks meer, alleen maar tranen voelen dat ik daar zo idioot lag.
Ik had al een paar jaar last van vermoeidheid en klachten. Deze verergerde steeds meer. Ik was nog jong dus zocht er niet meteen iets achter. En ik had van kinds af aan wel altijd wat.
Na 10 jaar niet weten wat er met mij aan de hand was kwam er een diagnose..M.E…maar of ik daar nu blij mee moest zijn. Ik wilde een diagnose waar ik iets mee kon, zodat ik kon werken aan herstel, oplossingsgericht als ik ben. En nu kreeg ik alleen maar; er is niks tegen te doen. ‘’leer er maar mee leven’’ Ik ben een doener, en van die positie belande ik in een lichaam dat niks meer kon. Van zelfstandige
zelfredzame vrouw naar ineens met de nodige afhankelijkheid. Van werkend en altijd weg of onderweg naar volledig thuis.
Liggen in bed, en kruipend naar de bank om daar vervolgens bij te komen van dat stukje verplaatsen van mijn lichaam.
Wassen, aankleden, douchen, haren wassen vanzelfsprekende dingen voor een ander waren geen dagelijkse kost voor mij. Dat ging simpelweg gewoon echt niet. Het verplaatsen en ademen was een dagtaak. Gesprekken voeren was ik te moe voor. Praten, luisteren, de simpele dingen die ertoe doen waren te zwaar en konden mij dagen, weken moeten laten bijtanken.
Iedereen om mij heen ging zich settelen, een leven opbouwen, uitgaan, leuke dingen doen, gewoon de eenvoud van leven, wat ik ook graag wilde. Dat was best pijnlijk. Toch maakte ik altijd wat van de dag. Keek ik vanuit dankbaarheid, voor wat ik wel had en wat ik wel
kon. Ik ben namelijk van denken in mogelijkheden en hoop. Genieten van de kleine dingen van het leven buiten mijn flat om die ik gadesloeg via mijn ramen, of wat ik hoorde van vriendinnen. Spontaan meegaan met vriendinnen zat er niet in. Ik had een planning nodig om echt iets te kunnen. Weken voor en erna had ik volledige isolatie nodig voor dat ene korte moment.
Voor het naar buiten gaan had ik een rolstoel, vreselijk en met tenenkrommend zat ik daarin. Zo tegen mijn gevoel van zelfstandigheid ingaand. Maar ja, zonder kwam ik niet ver.
Van het positieve en zelf iets willen doen uitgaand voelde ik instinctief dat ik met voeding iets moest. Niet dat ik ongezond at, helemaal niet. Ik ben doordat ik altijd als kind ook al klachten had met macrobiotiek opgevoed.
Door dit instinctief voelen ben ik bij een arts gekomen die mij daarin hielp. En ik ben superblij dat ik die weg bewandeld heb.
Dit was geen makkelijke weg, verre van. Mijn lichaam kon enorm toxisch reageren op alles. Zowel voeding, suppletie, medicatie, behandelingen. Lange tijd sloeg niks aan. Weer steeds hoop voelen en teleurstelling omdat er uiteindelijk niets verbeterde in mijn toestand. Toch door het aanpassen van mijn voeding ben ik heel ver gekomen. Ik ging suikervrij vanwege hypoglecemie, gistvrij voor de candida, een dieet voor mijn alvleesklier, voor de te trage schilklier, glutenvrij.
Dat was best pittig en saai in het begin. Glutenvrij, gistvrij, koemelkvrij, lactosevrij en suikervrij. Je kunt je voorstellen , in restaurants was ik geen welkome gast. Teveel gedoe. Dit dieet heeft mijn lichaam heel veel gekost. Een aantal klachten verdwenen wel. Ik viel enorm veel
af, te snel en teveel. Mijn darmen raakten van streek. Ik kreeg er in het begin wel meer energie van en dat is gebleven al is de weg niet altijd prettig geweest. Een dieet raad ik ook niemand aan.
Uiteindelijk ben ik in deze zoektocht bij de Chinese voedingsleer terecht gekomen (TCM/5 elementenvoeding) Door deze verandering van eten toe te passen is er een wereld open gegaan. Ik begon steeds meer rust en energie te voelen in mijn lichaam. Steeds meer op te knappen. Deze geneeswijze voelde als thuiskomen. De kennis klopte met hoe ik dacht. En de reactie van mijn lichaam daarop was te merken dat dit goed voor mij was. Ik had altijd gesport, gevolleybald. Ik ben van bewegen, maar sporten was nog een te hoog doel. Door Qigong te beoefenen begon de energie zich beter te verdelen in mijn lichaam. Ook dit heeft mijn conditie goed gedaan. Niks meer rolstoel, niks meer niet kunnen kletsen met vriendinnen, wel weer spontaan mee kunnen, wel weer genieten van het naar buiten kunnen, wandelen in de natuur, naar een film gaan, uitgaan, zelf koken, noem maar op. Ja ik heb nog grenzen, maar dat heeft iedereen, ik moet altijd op mijn voeding letten omdat ik dit merk wanneer dat niet gebeurt. Maar ik heb weer kwaliteit van leven terug, en hetgeen het allerbelangrijkste was voor mij……is mezelf weer kunnen zijn. Dat had ik echt gemist.
Aimee van der Sterren
TCM therapeut, herbalist, voedingsdeskundige, leefstijltherapeut
Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.