Elke bevalling is uniek. De natuur doet niet aan tijdschema’s en hoe een bevalling precies verloopt. Het is per persoon verschillend en is van allerlei factoren afhankelijk. Hoe de baby in het bekken ligt bijvoorbeeld en of het je eerste of je tweede kind is, of hoe ontspannen of juist angstig je bent.
Wél lopen de meeste bevallingen volgens dezelfde stappen;
In de eerste fase (ontsluitingsfase) verstrijkt de baarmoedermond, het wordt soepel en gaat open.
Bij de tweede fase (uitdrijvingsfase) gaat de baby door het geboortekanaal en wordt geboren.
Tijdens de derde fase(nageboortefase) wordt de placenta wordt geboren.
De vierde fase (natijdperk) wordt de moeder en de baby gemonitord en gecontroleerd.
In 90% van de gevallen begint de bevalling met weeën, in de overige gevallen breken eerst de vliezen voordat er weeën ontstaan.
Een bevalling begint als je wat slijm verliest, weeën krijgt of vruchtwater verliest.
Als de baarmoederhals kort en verstreken is, er ontsluiting is en je regelmatige weeën hebt, is de bevalling begonnen. In het begin komen de weeën onregelmatig, maar daarna komen ze vaker en vordert de ontsluiting sneller. Soms doen die weeën meteen al pijn en volgen ze elkaar al snel op. Je voelt onregelmatig wat pijn, meestal vooral in je onderbuik, maar bent nog goed aanspreekbaar en vooral blij en nieuwsgierig.
Ga naar BevallingBeetje plas laten lopen, kunnen ook druppels zijn.
Lees verderUw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.