Je kunt het als volgt omschrijven: Het voorkomen en genezen van ziekten door het lichaam te voorzien van de juiste grondstoffen in de juiste hoeveelheden uit voeding, eventueel aangevuld met supplementen.
Hoe is deze wetenschap ontstaan?
Nog ver voordat er vitamine onderzoek gedaan werd, legden volkeren al de relatie tussen voeding en ziekte. Meer dan 3500 jaar geleden wisten de Egyptenaren bijvoorbeeld al dat nachtblindheid voorkomen kon worden door lever te eten. Tegenwoordig weten we dat deze aandoening te wijten is aan een vitamine A tekort. Rond 1600 wist men dat vers fruit scheurbuik kon voorkomen. Pas in 1911 werden de ‘vitaminen’ ontdekt.
De term ‘orthomoleculair’ is ontstaan in 1968 toen professor Linus Pauling onderzoek deed naar gebreksziekten en ze omschreef als moleculaire ziekten. Dat voeding meer invloed heeft dan alleen het voorkomen van de typische gebreksziekten wordt steeds duidelijker vanaf ongeveer 1960. Sindsdien blijkt uit een groeiend aantal wetenschappelijke onderzoeken dat er wel degelijk een niet te verwaarlozen relatie bestaat tussen voeding en ziekten.
Zo is inmiddels duidelijk dat slechte voedingsgewoonten een rol spelen bij het ontstaan van bijvoorbeeld kanker, hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Op dit moment is de discipline niet meer weg te denken uit de hedendaagse gezondheidszorg waarin zwangeren geadviseerd worden foliumzuur te slikken ter preventie van aangeboren afwijkingen en krijgen kinderen, getinte mensen, ouderen én iedereen die veel binnen zit het advies vitamine D te slikken.
Maar ook het suppleren van andere vitaminen en mineralen kan voordeel opleveren. Uit bevolkingsonderzoek blijkt dat lang niet iedereen 250 gram groenten en 2 stuks fruit per dag eet (advies van het Voedingscentrum) Slechts 5% (!) doet dit. Daarnaast heeft onze welvaart ons ook o.a. meer geraffineerd voedsel opgeleverd waartoe de behoefte aan vitaminen en mineralen kan toenemen. Zo hebben veel nederlanders een verhoogde magnesium behoefte door veelvuldig geraffineerd voedsel, suikergebruik, stress en veelvuldig sporten. Tevens gaat het Voedingscentrum uit van gezonde personen. Echter, Nederland telt een groeiend aantal chronisch zieke mensen die aan de normale hoeveelheid voedingsstoffen niet genoeg hebben óf die verhoogde behoefte hebben aan bepaalde vitaminen of mineralen door medicijngebruik.
Tot slot kun je ook een tekort oplopen aan spoorelementen zoals selenium omdat het simpelweg niet meer voldoende in de Nederlandse bodem zit.
Hoe weet je nu wat je moet eten of welke vitamine je bijvoorbeeld extra moet nemen?
Laboratorium onderzoek (zoals bloed, speeksel, urine, feces) behoort tot de mogelijke meetinstrumenten. Echter, een orthomoleculair arts of therapeut tracht altijd de oorzaak van de ziekte te achterhalen. Een ziektebeeld kan meerdere oorzaken hebben en een oorzaak kan leiden tot verschillende ziektebeelden. Zo kan er aan de diagnose ‘Depressie’ verschillende (biochemische) oorzaken ten grondslag liggen zoals een omega 3 tekort, hypotheroïdie, vitamine D tekort, veelvuldig antibiotica gebruik, hypoglycemie, etc.
Anderzijds kan een oorzaak als ‘laaggradige ontstekingen’ leiden tot vele ziektebeelden zoals depressie, hart en vaatziekten, diabetes, kanker, reumatoïde artritis, etc.
Geen enkele persoon is hetzelfde en behandeling moet individueel bekeken worden, ook in de context van zijn of haar omgeving. Zo zijn roken, stress, sporten, dag en nachtritme, blootstelling aan toxines etc. ook allemaal factoren die de gezondheid beïnvloeden.
Interesse in een orthomoleculaire benadering van jouw gezondheid?
Groetjes,Roos
Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.